De wervelkolom bestaat uit talloze afzonderlijke botten, wervels genaamd, waarbij het ruggenmerg door het midden loopt. De wervels worden gescheiden door zachte kraakbeenschijven die enige beweging mogelijk maken en ook als schokdempers fungeren. Met het ouder worden kunnen deze schijven verslijten en uitpuilen (uitpuilen), en de wervels beginnen tegen elkaar te schuren als ze bewegen. Het resultaat is een vorm van artrose, spondylose genaamd, die pijn en stijfheid kan veroorzaken.
De wervelkolom is verdeeld in vijf regio's, afhankelijk van de vorm en grootte van de wervels:** de twee grootste regio's waaruit de onderrug bestaat, worden de lumbale wervelkolom en het heiligbeen genoemd. "lumbosacrale spondylose" is dus artrose in de onderrug.
Als hernia's op het ruggenmerg drukken, kan dit schade aan het ruggenmerg veroorzaken, wat myelopathie wordt genoemd. "Spondylose zonder myelopathie" betekent spondylose waarbij geen schade aan het ruggenmerg is opgetreden.
Ruim 80% van de mensen boven de 40 jaar heeft een vorm van spondylose, maar deze veroorzaakt niet altijd klachten. Omdat de aandoening met de leeftijd vordert, is de kans groter dat de symptomen bij oudere mensen optreden. Bij patiënten met lumbosacrale spondylose omvatten de symptomen pijn en stijfheid in de onderrug, die vaak het meest merkbaar zijn bij het opstaan in de ochtend of na een tijdje stilzitten. Helaas kan activiteit verdere pijn veroorzaken, vooral repetitieve bewegingen zoals buigen en tillen.
Botveranderingen en het dunner worden van de tussenwervelschijven kunnen resulteren in het beknellen van de zenuwen die zich vanuit het ruggenmerg vertakken (zelfs als het ruggenmerg zelf niet wordt aangetast). Als dit bij lumbosacrale spondylose gebeurt, kan het effect gevoelloosheid, tintelingen, zwakte of stekende pijn in de benen zijn.
De degeneratieve veranderingen die lumbosacrale spondylose veroorzaken, kunnen niet ongedaan worden gemaakt, dus de behandeling richt zich op het verlichten van de symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven.